L
a Cour est invitée à statuer sur la compatibilité des articles 348-3 et 348-11 du Code civil avec les articles 10, 11, 22 et 22bis de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec les art
icles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que ces dispositions législatives empêchent le tribunal de prononcer l'adoption sans le consentement de la mère de l'enfant dans les circonstances suivantes : -
la mère a, avec la femme qui introduit la de ...[+++]mande en adoption simple, signé une convention conformément à l'article 7 de la loi du 6 juillet 2007 « relative à la procréation médicalement assistée et à la destination des embryons surnuméraires et des gamètes »; - la mère de l'enfant et cette femme avaient au moins eu une relation affective au moment de la naissance de l'enfant et se sont ensuite mariées; - la mère ne s'est pas désintéressée de l'enfant et n'en a pas compromis la santé, la sécurité ou la moralité; - la mère de l'enfant et la femme qui en demande l'adoption simple étaient mariées au moment de l'introduction de la demande en adoption; - il existe un lien familial effectif entre l'enfant et la demanderesse en adoption qui a continué à exister après la séparation des épouses, entre autres par un accord sur le droit de visite ratifié par le juge de paix.Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de artikelen 348-3 en 348-11 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met
de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die wetsbepalingen de rechtbank verhinderen om de adoptie zonder de toestemming van de moeder van het kind uit te spreken in de volgende omstandigheden : - de moeder heeft, met de vrouw die het verzoek tot gewone adoptie indient, een overeenkomst ondertekend overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 « betreffende de medisch begel
...[+++]eide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten »; - de moeder van het kind en die vrouw hadden minstens een affectieve relatie gehad op het ogenblik van de geboorte van het kind en zijn nadien in het huwelijk getreden; - de moeder heeft zich om het kind bekommerd en heeft de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van het kind niet in gevaar gebracht; - de moeder van het kind en de vrouw die om de gewone adoptie van het kind verzoekt, waren gehuwd op het ogenblik van het indienen van het verzoek tot adoptie; - er bestaat een daadwerkelijke familiale band tussen het kind en de verzoekster tot adoptie die is blijven bestaan na de scheiding van de echtgenotes, onder meer door een akkoord over het omgangsrecht dat door de vrederechter is bekrachtigd.