la question de savoir si les relations visées au paragraphe 6, points a), b) et c), entre le DCT agréé dans un autre État membre et le DCT demandeur n’ont pas de répercussions sur la capacité de ce dernier à se conformer aux exigences du présent règlement.
de vraag of de onder a), b) en c), van lid 6 bedoelde betrekkingen tussen de CSD waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend, en de aanvragende CSD geen invloed hebben op het vermogen van de aanvragende CSD om aan de vereisten van deze verordening te voldoen.