Dans son arrêt de ce jour, la Cour relève que, la directive confère expressément aux États membres le pouvoir d’interdire ou de limiter, compte tenu de la nécessité d’encourager la concurrence et de favoriser l’utilisation de moyens de paiement efficaces, le droit du bénéficiaire de demander des frais au payeur pour l’utilisation d’un instrument de paiement donné.
In het vandaag uitgesproken arrest wijst het Hof erop dat de richtlijn de lidstaten uitdrukkelijk de bevoegdheid verleent om het recht om een vergoeding te verlangen voor betalingen die met een bepaald betaalinstrument worden verricht, te ontzeggen of te beperken, voor zover daarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak om de concurrentie en het gebruik van efficiënte betaalinstrumenten aan te moedigen.