Les États membres autorisent l’importation de lots de produits laitiers dérivés de lait cru de vaches, de brebis, de chèvres ou de bufflonnes, en provenance des pays tiers ou des parties de pays tiers non menacés par la fièvre aphteuse qui sont répertoriés dans la colonne B de l’annexe I, à condition que ces produits laitiers aient subi, ou aient été produits à partir de lait cru ayant subi, une pasteurisation impliquant un traitement unique par la chaleur
De lidstaten staan de invoer toe van zendingen zuivelproducten, afgeleid van rauwe melk van koeien, ooien, geiten of buffelkoeien, uit de in kolom B van bijlage I opgenomen derde landen of delen daarvan waar geen risico van mond-en-klauwzeer bestaat, mits die zuivelproducten een pasteurisatiebehandeling hebben ondergaan of zijn geproduceerd met rauwe melk die een pasteurisatiebehandeling heeft ondergaan, bestaande uit één warmtebehandeling: