Le prélèvement commence au début du premier cycle urbain élémentaire (partie UN) tel qu'il est défini au point 6.2.2, et s'achève à la fin de la dernière période de ralenti du cycle extra-urbain (partie DEUX) ou de la période finale de ralenti du dernier cycle urbain élémentaire (partie UN) en fonction du type d'essai qui est réalisé.
De monsterneming begint bij de aanvang van de eerste elementaire stadscyclus (deel EEN) zoals omschreven in punt 6.2.2, en eindigt aan het einde van de laatste periode van stationair draaien van de cyclus buiten bebouwde gebieden (deel TWEE) of van de laatste periode van stationair draaien van de laatste elementaire stadscyclus (deel EEN) in het geval van de in punt 8.1 van bijlage I bedoelde voertuigen.