6. rappelle que le changement climatique, tant du fait de la réduction rapide de la taille des récifs coralliens et de la baisse du nombre d'animaux calcifères, des changements dans les cycles de reproduction des espèces et dans l'équilibre des sexes que de l'acidification de l'océan qui en découle, fait planer une menace accrue sur les stocks halieutiques et diminue la capacité d'absorption du CO2 par les océans, ce qui augmente, par là même, le taux de concentration de CO2 dans l'atmosphère et accélère le changement climatique;
6. merkt op dat klimaatverandering, door de snelle afname van de omvang van de koraalriffen en de aantallen kalkproducerende dieren, de veranderingen in de reproductiecycli en de genderratio van de soorten en de verzuring van de oceaan die zij veroorzaakt, de visbestanden verder in gevaar zal brengen en de CO2-absorptiecapaciteit van de oceanen zal verminderen, hetgeen op zijn beurt het CO2-gehalte in de atmosfeer voort zal doen stijgen en de klimaatverandering versnellen;