10. souligne que diverses formes de tourisme durable, telles que la randonnée, le cyclotourisme, l'équitation et le canoéisme enregistrent une croissance économique considérable, bien qu'ils se trouvent en deçà des zones touristiques à forte fréquentation; reconnaît que lorsque des spécificités culturelles et naturelles propres à certaines régions sont combinées à une exploitation touristique respectueuse de l'environnement, de nouveaux potentiels économiques peuvent également être créés pour les régions défavorisées;
10. wijst erop dat duurzame vormen van toerisme, zoals wandeltochten, fietstochten, paardrijden en kanovaren een duidelijke economische groei vertonen, hoewel zij zich ver van de drukst bezochte toeristische gebieden afspelen; concludeert daaruit dat, wanneer de culturele en natuurlijke rijkdommen van een regio gecombineerd worden met een milieusparende ontsluiting voor het toerisme, ook in benadeelde gebieden nieuw economisch potentieel kan worden ontsloten;
