Pour l'application du point d de ce paragraphe, il est prévu qu'il doit s'agir de cellules et tissus qui feront l'objet d'une utilisation différée, mais pour lesquels, au moment du prélèvement, un diagnostic précis a déjà été posé, mettant en évidence la nécessité d'une utilisation autologue de ces cellules et tissus à un moment ultérieur, dans le cadre d'une thérapie.
Voor de toepassing van punt d van deze paragraaf geldt dat het moet gaan om cellen en weefsels voor uitgesteld gebruik, maar waarvoor op het tijdstip van wegneming reeds een duidelijke diagnose gesteld is en waarbij deze cellen en weefsels op een later tijdstip autoloog gebruikt dienen te worden bij een therapie.