La CCEC appelle ses membres, c'est-à-dire les commissions parlementaires des États membres de l'Union européenne et du Parlement européen, à évaluer, avant la fin de la présente législature européenne en juin 1999, la mise en oeuvre du quatrième programme d'action, à la lumière notamment d'auditions des ONG et des experts qui ont été associés à la mise en oeuvre de ce quatrième programme d'action, ainsi qu'à formuler, sur la base de cette évaluation, un avis sur les lignes directrices du cinquième programme d'action.
De CCEC roept zijn leden, dat wil zeggen de parlementaire commissies van de lidstaten van de Europese Unie en van het Europese Parlement, op om vóór het einde van de Europese zittingsperiode in juni 1999, over te gaan tot een evaluatie van de tenuitvoerlegging van het vierde actieprogramma, met name in het licht van de hoorzittingen met de NGO's en de deskundigen die bij de toepassing van dit vierde actieprogramma zijn betrokken, en op basis van deze evaluatie een advies uit te brengen over de krachtlijnen van het vijfde actieprogramma.