"sources d'énergie renouvelables”: les sources d'énergie non fossiles renouvelables (énergie éolienne, solaire, géothermique, houlomotrice, marémotrice, installations hydroélectriques d'une capacité inférieure à 10 MW et biomasse, ce qui désigne les produits de l'agriculture et de la sylviculture, les déchets végétaux provenant de l'agriculture, de la sylviculture et de l'industrie de production alimentaire , les déchets de bois et de liège non traités) ;
"hernieuwbare energiebronnen”: hernieuwbare niet-fossiele bronnen (wind, zonne-energie, aardwarmte, golf- en getijdenenergie, waterkrachtcentrales met een vermogen van minder dan 10 MW, alsmede biomassa, waaronder wordt verstaan producten van de landbouw en de bosbouw, plantaardig afval van de landbouw, de bosbouw en de levensmiddelenindustrie, onbehandeld houtafval en kurkafval);