Traduction de «Décision relative à la pertinence de la protection » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

décision constatant le caractère adéquat du niveau de protection | décision d'adéquation | décision relative à la pertinence de la protection | décision relative à l'adéquation du niveau de protection des données
adequaatheidsbesluit | besluit waarbij het beschermingsniveau passend wordt verklaard

politique relative à la protection de l'enfant
beleid inzake de bescherming van het kind

Convention relative à la protection des personnes civiles en temps de guerre
Verdrag betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd

décision-cadre du Conseil relative à la protection des données à caractère personnel traitées dans le cadre de la coopération policière et judiciaire en matière pénale | décision-cadre relative à la protection des données
kaderbesluit gegevensbescherming | kaderbesluit van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken | KBGB [Abbr.]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Décision 2000/520/CE de la Commission du 26 juillet 2000 conformément à la directive 95/46/CE relative à la pertinence de la protection assurée par les principes de la «sphère de sécurité» et par les questions souvent posées y afférentes, publiés par le ministère du commerce des États-Unis d’Amérique.
Beschikking 2000/520/EG van de Commissie van 26 juli 2000 overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de Veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de daarmee verband houdende Vaak gestelde vragen, die door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd.

46. invite la Commission et les États membres à déterminer sans tarder si le niveau de protection adéquat assuré par la loi de Nouvelle-Zélande sur la vie privée et par la loi canadienne sur la protection des renseignements personnels et les documents électroniques, tel que déclaré par les décisions 2013/65/UE du 19 décembre 2012 et 2002/2/CE de la Commission, a été affecté par la participation des agences nationales de renseignement de ces pays à la surveillance de masse des citoyens de l'Union européenne et, le cas échéant, à prendre les mesures appropriées pour suspendre ou annuler les décisions relatives à la pertinence de la protection; invite également la Commission à examiner la situation d'autres pays ayant fait l'objet d'une évaluation du caractère adéquat du niveau de protection assuré; attend de la Commission qu'elle rende compte au Parlement de ses observations sur les pays mentionnés plus haut avant décembre 2014;
46. roept de Commissie en de lidstaten op onverwijld te beoordelen of het passende beschermingsniveau in Nieuw-Zeelande Privacy Act en van de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act, zoals verklaard in Uitvoeringsbesluit 2013/65/EU en Beschikking 2002/2/EG zijn beïnvloed door de betrokkenheid van de inlichtingenbureaus van deze landen bij de grootschalige observering van EU-burgers, en passende maatregelen te nemen om de adequaatheidsbesluiten op te schorten of ongedaan te maken; dringt er tevens bij de Commissie op aan een evaluatie te maken van de situatie met betrekking tot andere landen waarvan het beschermingsniveau als adequaat is aangemerkt; verlangt van de Commissie dat zij uiterlijk in december 2014 aan het Europees Parlement verslag uitbrengt over haar bevindingen met betrekkingen tot de bovengenoemde landen;

45. invite la Commission et les États membres à déterminer sans tarder si le niveau de protection adéquat assuré par la loi de Nouvelle-Zélande sur la vie privée et par la loi canadienne sur la protection des renseignements personnels et les documents électroniques, tel que déclaré par les décisions 2013/65/UE du 19 décembre 2012 et 2002/2/CE de la Commission du 20 décembre 2001, a été affecté par la participation des agences nationales de renseignement de ces pays à la surveillance de masse des citoyens de l'Union européenne et, le cas échéant, à prendre les mesures appropriées pour suspendre ou annuler les décisions relatives à la pertinence de la protection; invite également la Commission à examiner la situation d'autres pays ayant fait l'objet d'une évaluation du caractère adéquat du niveau de protection assuré; attend de la Commission qu'elle rende compte au Parlement de ses observations sur les pays mentionnés plus haut avant décembre 2014;
45. roept de Commissie en de lidstaten op onverwijld te beoordelen of het passende beschermingsniveau in Nieuw-Zeelande Privacy Act en van de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act, zoals verklaard in Uitvoeringsbesluit 2013/65/EU en Beschikking 2002/2/EG van 20 december 2001 zijn beïnvloed door de betrokkenheid van de inlichtingenbureaus van deze landen bij de grootschalige observering van EU-burgers, en passende maatregelen te nemen om de adequaatheidsbesluiten op te schorten of ongedaan te maken; dringt er tevens bij de Commissie op aan een evaluatie te maken van de situatie met betrekking tot andere landen waarvan het beschermingsniveau als adequaat is aangemerkt; verlangt van de Commissie dat zij uiterlijk in december 2014 aan het Europees Parlement verslag uitbrengt over haar bevindingen met betrekkingen tot de bovengenoemde landen;

Transferts vers des pays tiers dans le cadre d'une décision relative à la pertinence de la protection
Doorgifte naar derde landen met de gelijkwaardigheidsbeschikking

122. s’inquiète de l’absence de progrès réalisé dans les négociations en vue d’un accord entre l’Union européenne et le Canada sur le transfert et l’utilisation des données PNR pour prévenir et combattre le terrorisme et les autres formes graves de criminalité transnationale; fait observer que l’accord signé en 2005 n’est plus valide, en raison de l’expiration de la décision relative à la pertinence de la protection en septembre 2009, et que depuis lors, la transmission des PNR s’effectue sur la base d’engagements unilatéraux pris par le Canada envers les États membres;
122. is bezorgd over het gebrek aan vooruitgang in de onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende de overdracht en het gebruik van PNR-gegevens om terrorisme en andere ernstige grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en te bestrijden; wijst erop dat de in 2005 ondertekende overeenkomst niet langer geldig is vanwege het verlopen van de beschikking betreffende de passende bescherming van persoonsgegevens in september 2009, en dat de overdracht van PNR-gegevens sindsdien heeft plaatsgevonden op basis van unilaterale verplichtingen door Canada aan de lidstaten;

2° à l'application d'une mesure privative de liberté à la suite de la révocation de la mesure de protection, pour autant que la mesure de protection ait été prise sur la base d'un jugement, au sens de l'article 3 de la loi du 21 mai 2013 relative à l'application du principe de reconnaissance mutuelle aux jugements et décisions de probation aux fins de la surveillance des mesures de probation et des peines de substitution prononcées dans un Etat membre de l'Union européenne ou d'une décision relative aux mesures de contrôle, au sens de l'article 3 de la loi du 23 mars 2017 relative à l'application du principe de reconnaissance mutuelle aux décisions relatives à des mesures de contrôle prononcées à titre d'alternative à la détention préventive.
2° het opleggen van een tot vrijheidsberovende maatregel als gevolg van de herroeping van de beschermingsmaatregel, voor zover de beschermingsmaatregel is genomen op grond van een vonnis in de zin van artikel 3 van de wet van 21 mei 2013 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenningen op vonnissen en probatiebeslissingen met het oog op het toezicht op de probatievoorwaarden en de alternatieve straffen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie of een beslissing inzake toezichtsmaatregelen in de zin van artikel 3 van de wet van 23 maart 2017 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis.

Lorsqu'un jugement au sens de l'article 3 de la loi du 21 mai 2013 relative à l'application du principe de reconnaissance mutuelle aux jugements et décisions de probation aux fins de la surveillance des mesures de probation et des peines de substitution prononcées dans un Etat membre de l'Union européenne ou une décision relative à des mesures de contrôle au sens de l'article 3 de la loi du 23 mars 2017 relative à l'application du principe de reconnaissance mutuelle aux décisions relatives à des mesures de contrôle prononcées à titre d'alternative à la détention préventive a déjà été transmis(e) à un autre Etat membre ou est transmis(e) à un autre Etat membre après l'émission de la décision de protection européenne, les décisions ultérieures, prévues par lesdites lois, sont prises conformément aux dispositions pertinentes desdites lois.
Indien een vonnis in de zin van artikel 3 van de wet van 21 mei 2013 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenningen op vonnissen en probatiebeslissingen met het oog op het toezicht op de probatievoorwaarden en de alternatieve straffen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie of een beslissing inzake toezichtsmaatregelen in de zin van artikel 3 van de wet van 23 maart 2017 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis reeds aan een andere lidstaat is toegezonden of na de uitvaardiging van het Europees beschermingsbevel wordt toegezonden, worden de vervolgbeslissingen, voorzien door deze wetten, genomen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van deze wetten.

4° lorsqu'un jugement au sens de l'article 3 de la loi du 21 mai 2013 relative à l'application du principe de reconnaissance mutuelle aux jugements et décisions de probation aux fins de la surveillance des mesures de probation et des peines de substitution prononcées dans un Etat membre de l'Union européenne ou une décision relative à des mesures de contrôle au sens de l'article 3 de la loi du 23 mars 2017 relative à l'application du principe de reconnaissance mutuelle aux décisions relatives à des mesures de contrôle prononcées à titre d'alternative à la détention préventive est transmis(e) à la Belgique après que la décision de protection européenne a été reconnue.
4° indien, na de erkenning van het Europees beschermingsbevel een vonnis in de zin van artikel 3 van de wet van 21 mei 2013 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenningen op vonnissen en probatiebeslissingen met het oog op het toezicht op de probatievoorwaarden en de alternatieve straffen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie of een beslissing inzake toezichtsmaatregelen in de zin van artikel 3 van de wet van 23 maart 2017 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis aan België wordt toegezonden.

G. considérant que l'accord Union européenne-Canada sur la transmission des PNR n'est plus valide, en raison de l'expiration de la décision relative à la pertinence de la protection en septembre 2009, et que depuis lors, la transmission des PNR s'effectue sur la base d'engagements unilatéraux pris par le Canada envers les États membres,
G. overwegende dat de overeenkomst tussen de EU en Canada over de overdracht van PNR-gegevens niet langer geldig is, vanwege het verlopen van de beschikking betreffende passende bescherming in september 2009, en dat de overdracht van PNR-gegevens sindsdien heeft plaatsgevonden op basis van unilaterale verplichtingen door Canada aan de lidstaten,

Dans certains cas, ces dispositions constituent un ensemble complet et cohérent de règles couvrant tous les aspects pertinents de la protection des données (principes de qualité des données, règles relatives à la sécurité des données, réglementation des droits des personnes concernées et des garanties qui leur sont offertes, organisation du contrôle et responsabilité) et régissent ces matières de manière plus détaillée que ne le fait la présente décision-cadre.
In sommige gevallen vormen die bepalingen een volledig en samenhangend pakket van regels, dat alle belangrijke aspecten van de gegevensbescherming bestrijkt (beginselen betreffende de gegevenskwaliteit, regels inzake gegevensbeveiliging, regeling van de rechten van en waarborgen voor de betrokkenen, organisatie van het toezicht en de aansprakelijkheid) en nauwkeuriger regelt dan het huidige kaderbesluit.