5. Pour les navires exemptés des obligations établies au paragraphe 2, le capitaine, ou son représentant, enregistre au moment du débarquement une déclaration de débarquement, qu'il transmet dès que possible, au plus tard vingt-quatre heures après le débarquement, aux autorités compétentes de l'État membre dans lequel le débarquement a eu lieu.
5. Voor vaartuigen die van de in lid 2 vastgestelde verplichting zijn vrijgesteld, registreert de kapitein, of zijn vertegenwoordiger, de gegevens bij de aanlanding en stuurt hij zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 24 uur na de aanlanding een aangifte van aanlanding naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de aanlanding heeft plaatsgevonden.