Article 1. Lors du marquage de carcasses et d'abats de porcs provenant d'une région infectée qui est délimitée conformément à la réglementation relative à la lutte contre la peste porcine classique chez les sangliers ou lors du marquage de morceaux obtenus de leur découpe, le marquage doit toujours se faire à l'encr
e, dont le colorant E155 brun HT est remplacé par le colorant E133 bleu brillant FCF, sans préjudice de l'application des autres dispositions de l'arrêté ministériel du 11 mars 1953 pris en exécution de l'arrêté royal du 9 mars 1953 concernant le commerce des viandes de boucherie et réglementant l'expertise des animaux abattu
...[+++]s à l'intérieur du pays.Artikel 1. Bij het merken van de karkassen en de slachtafvallen van varkens afkomstig uit een besmet gebied dat is afgebakend overeenkomstig de regelgeving betreffende de bestrijding van klassieke varkenspest bij everzwijnen of bij het merken van daarvan bij uitsnijden bekomen delen, dient, onverminderd de toepassing van de overige bepalingen van het ministerieel besluit van 11 maart 1953 genomen in uitvoering van het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der in het land geslachte dieren, het merken steeds met inkt te gebeuren, w
aarbij de kleurstof E155 bruin HT te worden ...[+++]vervangen door de kleurstof E133 briljantblauw FCF.