Ainsi que cela ressort des travaux préparatoires cités, en adoptant la disposition en cause, le législateur a entendu mettre fin à une situation jugée discriminatoire par la Cour et a voulu résoudre les difficultés rencontrées dans la jurisprudence en permettant au juge d'accorder une remise totale de dettes lorsqu' « il s'agit de la seule mesure socialement admissible, et la seule de nature à garantir au requérant le respect de sa dignité humaine » (Doc. parl. S énat, 2005/2006, n° 3-1207/3, p. 5).
Zoals blijkt uit de hiervoor aangehaalde parlementaire voorbereiding heeft de wetgever, met het aannemen van de in het geding zijnde bepaling, een einde willen maken aan een door het Hof discriminerend bevonden situatie en de bestaande moeilijkheden in de rechtspraak willen oplossen door aan de rechter de mogelijkheid te bieden een totale kwijtschelding van de schulden toe te kennen in de gevallen « waarin dit de enige sociaal toelaatbare maatregel kan zijn en de enige van die aard dat hij de verzoeker de eerbiediging kan waarborgen van de menselijke waardigheid » (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1207/3, p. 5).