En matière de droits incorporels se pose la question de l'opposabilité, de la cession, de la mise en gage, etc. Les cessions fiduciaires se pratiquent très largement mais, en Belgique, la jurisprudence a estimé que l'on pouvait mettre en place des mécanismes préférentiels, c'est-à-dire des constructions contractuelles faisant échapper un bien au patrimoine du débiteur de sorte qu'en cas de faillite ou de défaillance, il garantisse la personne qui en a, par exemple, financé l'acquisition.
Wat de onlichamelijke rechten betreft, rijzen er vragen met betrekking tot de tegenwerping, de overdracht, het verpanden, enz. De fiduciaire overdrachten zijn een zeer courante praktijk, maar in België oordeelt de rechtspraak dat men voorrechtmechanismen kan instellen, met andere woorden contractuele constructies die een goed weghalen uit het patrimonium van de schuldenaar, wat in geval van faillissement of in gebreke blijven een waarborg betekent voor de persoon die bijvoorbeeld de aankoop ervan gefinancierd heeft.