« Dans le cas d'absence de matériel génétique mâle, on parle d'embryon parthénogénétique (ou parthénote) qui comporte 46 chromosomes (par dédoublement du matériel ovocytaire) mais tous d'origine maternelle : ces embryons ne se développeront pas non plus au-delà tout au plus de l'implantation très précoce. »
« In het geval van de parthenogenetische activatie spreekt men, wegens het ontbreken van mannelijk genetisch materiaal, van een parthenogenetisch embryo (of parthenoot), dat wel 46 chromosomen heeft (door verdubbeling van de chromosomen van de eicel), maar die komen alle voort van de moeder : ook deze embryo's zullen zich niet verder ontwikkelen, zeker niet verder dan het begin van de innesteling».