52 bis. § 1. Lorsque les agents de l'administration en charge de la taxe sur la valeur ajoutée constatent à l'occasion de leurs investigations auprès d'une personne assujettie des faits qui constituent un faisceau d'indices concordants de fraude grave, organisée ou non, et qui ont contribué à enfreindre les dispositions de ce Code ou des arrêtés pris pour son exécution, ils peuvent pratiquer une saisie conservatoire sur les biens meubles pour lesquels il n'est pas démontré lors de ces investigations qu'ils appartiennent exclusivement à des tiers.
52 bis. § 1. Wanneer ambtenaren van de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, ter gelegenheid van hun onderzoeken bij een belastingplichtige, feiten vaststellen die een geheel van overeenstemmende aanwijzingen van ernstige fraude, al dan niet georganiseerd, uitmaken en bijgedragen hebben tot de overtreding van de bepalingen van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten, kunnen zij bewarend beslag leggen op de roerende goederen waarvoor tijdens die onderzoeken niet is aangetoond dat zij uitsluitend aan derden toebehoren.