L’appareil doit enregistrer le temps de conduite de façon entièrement automatique. Il doit également enregistrer, après manœuvre éventuelle d’une commande appropriée, les autres périodes de temps visés à l’article 34, paragraphe 5, point b), ii), iii) et iv), du présent règlement de façon différenciée.
Het controleapparaat dient zodanig te zijn gebouwd dat de rijtijd altijd automatisch wordt geregistreerd en dat door eventuele bediening van een schakelorgaan de overige in artikel 34, lid 5, onder b), punten ii), iii) en iv), van de verordening aangegeven tijdgroepen onderscheidbaar kunnen worden geregistreerd.