En supposant que: 5 disques («b» à «f» dans l’exemple) atteignent le seuil de rentabilité (bénéfice = 0), ce qui est extrêmement optimiste, et 2 disques («g» et «h») enregistrent une perte (pour «g», la perte est de 30; pour «h», la perte est de 40); dans ces conditions, le disque «a» qui connaît la réussite doit dégager un bénéfice substantiel.
In de veronderstelling dat 5 cd’s (“b” tot “f” in het voorbeeld) kostendekkend zijn (winst = 0), wat buitengewoon optimistisch is, en dat 2 cd’s (“g” en “h”) verlies opleveren (30 in het geval van “g” en 40 in het geval van “h”), moet de succesvolle cd “a” bijzonder winstgevend zijn.