Art. 6. En application de l'article 19, § 2, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 septembre 2015, un jeune agriculteur possède une qualification suffisante au sens de l'article 19, § 2, alinéa 1 , 2°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 septembre 2015 pour bénéficier d'une aide à l'installation s'il est titulaire soit d' : 1° un baccalauréat ou un master dans une orientation agronomique ou un diplôme équivalent reconnu par un Etat membre de l'Union européenne; 2° un certificat homologué ou délivré par
un jury d'Etat de l'enseignement secondaire supérieur, en abrégé CESS, ainsi que le certificat de qualification de 6
...[+++]année de l'enseignement secondaire, en abrégé CQ6 d'une orientation agricole ou horticole ou les certificats équivalents reconnus par un Etat membre de l'Union européenne; 3° un CESS obtenu à l'issue des techniques de transition en sciences agronomiques ou le certificat équivalent reconnu par un Etat membre de l'Union européenne; 4° un CESS ou CQ6 d'une orientation agricole ou horticole ou le certificat équivalent reconnu par un Etat membre de l'Union européenne ainsi qu'un certificat d'étude de formation postscolaire agricole du type B ou le certificat de formation d'exploitant agricole délivré par la Communauté germanophone ou flamande, ou un certificat de formation complémentaire professionnelle agricole délivré au terme d'un programme d'au moins cent cinquante heures, complété soit par une expérience pratique d'au moins deux ans à titre principal comme aidant ou conjoint-aidant, soit par une expérience pratique d'au moins deux ans à temps plein comme salarié agricole ou horticole; 5° un diplôme de l'enseignement supérieur ou universitaire d'une orientation non agronomique ou le diplôme équivalent reconnu par un Etat membre de l'Union européenne ainsi qu'un certificat d'étude de formation postscolaire agricole du type B ou le certificat de formation d'exploitant agricole délivré par la Communauté germanophone ou flamande, ou un ...Art. 6. Overeenkomstig artikel 19, § 2, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 10 september 2015, beschikt een jonge landbouwer over een voldoende kwalificatie in de zin van artikel 19, § 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 10 september 2015 om een steun voor de vestiging te krijgen, als hij houder is, hetzij van : 1° een bachelordiploma of een master in een agronomische oriëntatie of een gelijkwaardig diploma erkend door een Lidstaat van de Europese Unie; 2° een door een Staatsjury gehomologeerd of uitgereikt getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, afgekort CESS, en het kwalificatiegetuigschrift van het 6de jaar van het secundair onderwijs, afgekort CQ6, met een oriëntatie landbouw of tu
...[+++]inbouw of de gelijkwaardige getuigschriften erkend door een Lidstaat van de Europese Unie; 3° een "CESS" behaald aan het einde van het technisch doorstromingsonderwijs in de agronomische wetenschappen of het gelijkwaardige diploma erkend door een Lidstaat van de Europese Unie; 4° een CESS of CQ6 in een landbouw- of tuinbouworiëntatie of het gelijkwaardige diploma erkend door een Lidstaat van de Europese Unie alsook een getuigschrift van postschoolse landbouwopleiding van het type B of het door de Duitstalige of Vlaamse Gemeenschap uitgereikte opleidingsgetuigschrift voor landbouwers, of een aanvullend beroepsopleidingsgetuigschrift voor landbouwers uitgereikt aan het einde van een programma van minstens honderd vijftig uren, aangevuld met ofwel twee jaar praktijkervaring in hoofdberoep als medewerker of meewerkend echtgenoot, ofwel twee jaar praktijkervaring voltijds als loontrekkende in de landbouw- of tuinbouwsector; 5° een diploma van het hoger of universitair onderwijs met een niet-agronomische oriëntatie of het gelijkwaardige diploma erkend door een Lidstaat van de Europese Unie alsook een getuigschrift van postschoolse landbouwopleiding van het type B of het door de Duitstalige of Vlaamse Gemeenschap uitgereikte opleiding ...