La Convention européenne sur la nationalité du 6 novembre 1997, non encore signée par la Belgique, octroie donc, par le biais de ses articles 7, 1, a), et 15, la faculté aux États membres du Conseil de l'Europe et autres États signataires de cette Convention de prévoir, dans leur droit interne, soit le maintien de la nationalité d'origine, soit l'abandon de celle-ci.
Het Europees Verdrag inzake de nationaliteit van 6 november 1997 nog niet door België ondertekend geeft via zijn artikelen 7, 1, a), en 15, de lidstaten van de Raad van Europa en andere ondertekenende Staten de mogelijkheid om in hun intern recht te bepalen dat de oorspronkelijke nationaliteit behouden blijft, of daarentegen moet worden opgegeven.