9. réitère son soutien au mécanisme de l'examen périodique universel (EPU) et son appréciation du précieux travail mené dans ce cadre, et demande aux membres de préparer activement leur examen périodique universel, y compris en y associant la société civile, de mener un dialogue interactif au cours de la session de l'examen périodique universel et de participer aux débats sur l'adoption des résultats de l'examen périodique universel, de mettre en œuvre les recommandations de l'EPU et de prendre des mesures concrètes pour améliorer et maintenir l'exécution de leurs obligations en matière de droits de l'homme;
9. bekrachtigt zijn steun voor het mechan
isme van universele periodieke toetsing (UPR) en zijn waardering voor de waardevolle resultaten ervan, en roept de leden ertoe op zich actief voor te bereiden op de toetsing, onder meer door het maatschappelijk middenveld hierbij te
betrekken, deel te nemen aan de interactieve dialoog tijdens de UPR-zitting en aan de debatten over de goedkeuring van de UPR-bevindingen, de UPR-aanbevelingen op te volgen en concrete maatregelen te treffen om nog beter aan hun mensenrechtenverplichtingen te voldoe
...[+++]n;