3. Les dépenses éligibles comprises dans une demande de paiement sont justifiées par des factures acquittées ou des documents comptables de valeur probante équivalente, à l'exception des formes d'aide énumérées à l'article 25, paragraphe 1, points b), c) et d).
3. Subsidiabele uitgaven in een betalingsaanvraag moeten worden gestaafd met gekwiteerde rekeningen of boekhoudkundige stukken met gelijkwaardige bewijskracht, met uitzondering van de in artikel 25, lid 1, onder b), c) en d), bedoelde vormen van steun.