Contrairement au secteur privé, auquel la loi du 19 août 1948 relative aux prestations d'intérêt public en temps de paix permet de garantir un service minimum en cas de cessation collective et volontaire du travail ou en cas de licenciement collectif du personnel, en vue de faire face à certains besoins vitaux, d'effectuer certains travaux urgents aux machines ou au matériel, d'exécuter certaines tâches commandées par une force majeure ou une nécessité imprévue, le secteur public ne connaît pas d'instrument semblable en Belgique.
In tegenstelling tot de particuliere sector, waar de wet « Prestaties van algemeen belang in vredestijd » van 19 augustus 1948 de mogelijkheid biedt minimumdienstverlening te garanderen ingeval van collectieve vrijwillige stopzetting van arbeid of ingeval van collectieve afdanking van het personeel, teneinde het hoofd te bieden aan zekere vitale behoeften, sommige dringende werken uit te voeren aan de machines of aan het materieel, sommige taken te volbrengen die geboden zijn door een geval van overmacht of een onvoorziene noodzakelijkheid, kent de publieke sector in België geen gelijkaardig instrument.