19. juge nécessaire d'étendre la panoplie d'intervention minimale de gestion de crise dont disposent les autorités de surveillance au-delà des dispositions de l'article 136 de la directive 2006/48/CE, en prévoyant au moins les compétences suivantes: exiger des ajustements des fonds propres, des liquidités, de l'éventail des activités et des processus internes; recommander ou imposer des changements parmi les dirigeants; limiter la
durée des licences bancaires, imposer des «dispositions testamentaires» (living wills); imposer les ventes totales ou partielles; créer une banque relais ou une structure séparant actifs sains et toxiques d
...[+++]e type «good bank/bad bank»; exiger des échanges de créances contre d'autres actions avec marge de sécurité adaptée; imposer des exigences et des restrictions en matière de rétention des bénéfices et des dividendes afin de consolider les exigences de fonds propres et de garantir que les actionnaires paient avant les contribuables; restructurer et transférer actifs et engagements vers d'autres établissements afin d'assurer la continuité des opérations importantes du point de vue systémique; fixer des critères d'évaluation des actifs compromis; procéder à une nationalisation temporaire; liquider les banques en faillite; 19. acht het noodzakelijke de instrumenten waarover toezichthouders minimaal beschikken voor interventies in het kader van crisisbeheer, en die zijn vastgelegd in artikel 136 van Richtlijn 2006/48/EG, uitbreiden met in ieder geval de bevoegdheid om: aanpassingen te eisen op het gebied van kapitaal, liquiditeit, de zakelijke activiteiten en interne processen; veranderingen van het beheer aan te bevelen of op te leggen; de voorwaarden voor bankvergunningen te beperken; levenstestamenten op te leggen; een totale of gedeeltelijke verkoop op te leggen; een brugbank of goede bank/slechte bank-verdeling te creëren; de omruiling te eisen van schulden tegen aandelen, met passende reductiefactoren; winst- en dividendretentie en -beperkingen op
...[+++] te leggen teneinde de kapitaalvereisten te consolideren en te waarborgen dat aandeelhouders de lasten dragen nog vóór de belastingbetalers; activa en passiva te herstructureren en over te dragen naar andere instellingen, teneinde de continuïteit van systemisch belangrijke operaties te waarborgen; criteria vast te stellen voor de waardering van probleemactiva; tijdelijk overheidstoezicht over te nemen; bankliquidaties uit te voeren;