La convention sur le marquage des explosifs plastiques et en feuilles aux fins de détection, faite à Montréal le 1 mars 1991, à laquelle la loi en projet entend porter assentiment, invite tout État partie à prendre les mesures nécessaires et effectives pour interdire et empêc
her, d'une part, la fabrication sur son territoire d'explosifs non marqués (article II) et, d'autre part, l'entrée sur son territoire ou la sortie de celui-ci, des mêmes explosifs (article III), outre d'autres mesures particulières liées au contrôle de la détention des explosifs non marqués, à la destruction des stocks existant et à la prévention d'une utilisation de
...[+++]s dits explosifs à des fins contraires aux objectifs de la convention (article IV).In het verdrag inzake het merken van kneed- en bladspringstoffen ten behoeve van de opsporing ervan, gedaan te Montréal op 1 maart 1991, waarmee de ontworpen wet instemming beoogt te verlenen, wordt elke Staat die partij is verzocht enerzijds de nodige en doeltreffende maatregelen te nemen om de vervaardiging van met-gemerkte springstoffen op zijn
grondgebied te verbieden en te voorkomen (artikel II) en anderzijds de nodige en doeltreffende maatregelen te nemen om het vervoer van niet-gemerkte springstoffen naar of vanuit zijn
grondgebied te verbieden en te voorkome ...[+++]n (artikel III), alsook andere bijzondere maatregelen uit te vaardigen die verband houden met het toezicht op het bezit van niet-gemerkte springstoffen, het vernietigen van de bestaande voorraden en het voorkomen van het gebruik van die springstoffen voor doeleinden die in strijd zijn met de doelstellingen van het verdrag (artikel IV).