Si l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée d'un parent dont la filiation est établie et d'une ou de plusieurs personnes non apparentées de qui l'étudiant n'est pas fiscalement à charge, un point est déduit du calcul des plafonds et des planchers de revenus, à moins que les personnes non apparentées ne disposent pas de moyens financiers tels que visés à l'article 35, § 1, 1°, 2°, 3°, 4° et 7°.
Als de leerling of de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid die bestaat uit een ouder van wie zijn afstamming vaststaat en uit een of meer niet-verwanten waarvan hij niet fiscaal ten laste is, wordt er voor de berekening van de minimum- en maximuminkomensgrenzen een punt afgetrokken, tenzij de niet-verwanten niet beschikken over financiële middelen als vermeld in artikel 35, § 1, 1°, 2°, 3°, 4° en 7°.