1. Les États membres peuvent, conformément aux paragraphes 15 à 21 de la RCSNU 2182 (2014), inspecter les navires se trouvant dans les eaux territoriales somaliennes et en haute mer au large des côtes somaliennes jusques et y compris la mer d'Arabie et le golfe Persique, agissant individuellement ou dans le cadre de partenariats navals plurinationaux volontaires, tels que les “Forces maritimes combinées”, en coopération avec le gouvernement fédéral somalien, s'ils ont des motifs raisonnables de penser que ces navires à destination ou en provenance de Somalie:
1. De lidstaten mogen, in overeenstemming met de punten 15 tot en met 21 van Resolutie 2182 (2014) van de VN-Veiligheidsraad, in Somalische territoriale wateren en daarbuiten voor de kust van Somalië tot en met de Arabische Zee en de Perzische Golf, in een nationaal optreden of via vrijwillige multilaterale maritieme partnerschappen, zoals gecombineerde zeestrijdkrachten, in samenwerking met de federale regering van Somalië, schepen die naar Somalië varen of ervandaan komen inspecteren, wanneer zij gerede vermoedens hebben om aan te nemen dat deze schepen: