Le paragraphe 2 précise que l'expression « établissement stable » comprend notamment un siège de direction, une succursale, un bureau, une usine, un atelier, ainsi qu'une mine, un puits de pétrole ou de gaz, une carrière ou tout autre lieu d'extraction de ressources naturelles.
In paragraaf 2 is vervolgens bepaald dat de uitdrukking « vaste inrichting » in het bijzonder omvat een plaats waar leiding wordt gegeven, een filiaal, een kantoor, een fabriek, een werkplaats, en een mijn, olie- of gasbron, steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.