1. Les États membres exigent que lorsque les sociétés de gestion utilisent la méthode du calcul de l’engagement pour calculer le risque global, elles l’utilisent également pour toutes les positions d’instruments financiers dérivés, y compris les dérivés incorporés visés à l’article 51, paragraphe 3, quatrième alinéa, de la directive 2009/65/CE, qu’elles soient utilisées dans le cadre de la politique générale d’investissement de l’OPCVM, aux fins de la réduction des risques ou aux fins d’une gestion efficace du portefeuille, comme prévu à l’article 51, paragraphe 2, de ladite directive.
1. Indien voor de berekening van het totale risico van de benadering op basis van de aangegane verplichtingen wordt gebruikgemaakt, verplichten de lidstaten beheermaatschappijen deze benadering toe te passen op alle posities in financiële derivaten, met inbegrip van de in artikel 51, lid 3, vierde alinea, van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde besloten derivaten, ongeacht of deze worden gebruikt als onderdeel van het algemene beleggingsbeleid van de icbe, ter vermindering van het risico, dan wel met het oog op een goed portefeuillebeheer, als bedoeld in artikel 51, lid 2, van genoemde richtlijn.