4° en l'absence du directeur visé au 3°, l'agent A5 d'encadrement de la direction extérieure concernée ou, à défaut, l'agent de niveau A qui a le grade le plus élevé ou, en cas d'égalité de grade, l'ancienneté la plus élevée, ou, en cas d'égalité d'ancienneté, l'agent qui est le plus âgé.
4° bij afwezigheid van de directeur bedoeld in 3°, het staflid bekleed met de graad A5 van de betrokken buitendirectie of, bij ontstentenis, het personeelslid van niveau A met de hoogste graad of, bij gelijke graden, met de hoogste anciënniteit of, bij gelijke anciënniteit, het oudste personeelslid.