Vertaling van "Haas " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

effet Haas
Haas-effect | precedentie-effect

Ostéochondrite (juvénile) de:condyle huméral [Panner] | tête de l'humérus [Haas] |
osteochondrose (juveniel) van | capitulum humeri [Panner] | osteochondrose (juveniel) van | caput humeri [Haas]

polysyndactylie type Haas
syndactylie type 4

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Haas, Sarah Sue, née à Dickinson (Etats-Unis) le 16 février 1968.
Haas, Sarah Sue, geboren te Dickinson (Verenigde Staten) op 16 februari 1968.

Marie-Emmanuelle Haas, avocate spécialisée en propriété intellectuelle, a rejoint l’organisme en qualité de membre indépendant en 2016.
In 2016 is Marie-Emmanuelle Haas, een in intellectuele-eigendomsrechten gespecialiseerde juriste, toegetreden als onafhankelijk lid.

Le membre suivant est désigné membre scientifique du Conseil scientifique des Rayonnements ionisants établi auprès de l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, à compter du 25 mai 2016, en remplacement de M. MUND : M. Didier HAAS.
Volgend lid wordt aangesteld tot wetenschappelijk lid van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle met ingang van 25 mei 2016, ter vervanging van de heer MUND : de heer Didier HAAS.

Le libre choix d'une personne, fait en connaissance de cause, d'éviter ce qui, à ses yeux, constituera une fin de vie indigne et pénible, relève dès lors de la protection des droits fondamentaux garantis par l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme (CEDH, 29 avril 2002, Pretty c. Royaume uni, § 67; 20 janvier 2011, Haas c. Suisse, § 50) et par l'article 22 de la Constitution.
De vrije en met volle kennis van zaken gemaakte keuze van een persoon om een - in zijn ogen - onwaardig en pijnlijk levenseinde te voorkomen, valt bijgevolg onder de bescherming van de grondrechten gewaarborgd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EHRM, 29 april 2002, Pretty t. Verenigd Koninkrijk, § 67; 20 januari 2011, Haas t. Zwitserland, § 50) en artikel 22 van de Grondwet.

Il appartient dès lors au législateur de mettre « en place une procédure propre à s'assurer qu'une décision de mettre fin à sa vie corresponde bien à la libre volonté de l'intéressé » (CEDH, 20 janvier 2011, Haas c. Suisse, §§ 57-58).
Het staat dus aan de wetgever om « een procedure in te voeren die kan verzekeren dat een beslissing om een einde aan zijn leven te maken, wel degelijk overeenstemt met de vrije wil van de betrokkene » (EHRM, 20 januari 2011, Haas t. Zwitserland, §§ 57-58).

Il ressort de la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme que le « droit d'un individu de décider de quelle manière et à quel moment sa vie doit prendre fin, à condition qu'il soit en mesure de former librement sa volonté à ce propos et d'agir en conséquence », est l'un des aspects du droit au respect de sa vie privée (CEDH, 20 janvier 2011, Haas c. Suisse, § 51; voy. aussi, 19 juillet 2012, Koch c. Allemagne, § 52; 14 mai 2013, Gross c. Suisse, § 59).
Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens blijkt dat het « recht van een individu om te beslissen op welke wijze en op welk ogenblik zijn leven moet eindigen, op voorwaarde dat hij in staat is zijn wil in dat verband vrij te uiten en dientengevolge te handelen », deel uitmaakt van het recht op eerbiediging van het privéleven (EHRM, 20 januari 2011, Haas t. Zwitserland, § 51; zie ook, 19 juli 2012, Koch t. Duitsland, § 52; 14 mei 2013, Gross t. Zwitserland, § 59).

Le droit à la vie, tel qu'il est garanti à l'article 2 de la Convention européenne des droits de l'homme, impose toutefois au législateur de prendre les mesures nécessaires pour « protéger les personnes vulnérables même contre des agissements par lesquelles elles menacent leur propre vie », ce qui implique notamment qu'il soit tenu de veiller à empêcher « un individu de mettre fin à ses jours si sa décision n'a pas été prise librement et en toute connaissance de cause » (CEDH, 20 janvier 2011, Haas c. Suisse, § 54).
Het recht op leven, zoals gewaarborgd bij artikel 2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, houdt voor de wetgever evenwel een verplichting in om de nodige maatregelen te nemen teneinde « de kwetsbare personen te beschermen, zelfs tegen handelingen waarmee zij hun eigen leven in gevaar brengen », hetgeen met name inhoudt dat hij erover moet waken te beletten dat « een individu een einde maakt aan zijn leven wanneer zijn beslissing niet vrij en met volle kennis van zaken is genomen » (EHRM, 20 januari 2011, Haas t. Zwitserland, § 54).

I. considérant l'échec, en décembre 2013, des pourparlers multipartites présidés par Richard Haas, ancien diplomate américain et envoyé pour l'Irlande du Nord, qui visaient à résoudre certaines des questions les plus épineuses telles que l'usage des drapeaux et des emblèmes, les manifestations et les parades;
I. overwegende dat de besprekingen tussen alle partijen, die werden voorgezeten door Richard Haas, voormalig diplomaat uit de VS en gezant voor Noord-Ierland, en gericht waren op het aanpakken van een aantal kwesties die de meeste tweedracht hebben gezaaid, zoals het gebruik van vlaggen en symbolen, protesten en parades, in december 2013 zijn gestaakt;

Adjudants Aerts C., Annaert F., Antoine B., Auchain J., Baerts P., Baeten J., Baute A., Bayi B., Beckers G., Bernard Y., Berny K., Bertram T., Bertsché M., Bihiet P., Braem R., Brans P., Brihaye J-P., Bruggeman A., Camerlynck W., Carofiglio M., Claes E., Claes E., Claes K., Collette S., Coppin V. , Crasson C., Cuypers D., Dalebroux V. , Dalier A., Damsin N., Danse V. , De Bakker M., De Cock P., De Coster E., Degrève M., Delen M., Delgeye F., Delmée R., Den Doncker N., De Schutter S., De Smet E., Devos D., De Vos J., Devroo J., Dewaele F., Dormans D., Driesen P., Dropsy E., Dubois F., Dullens J., Dupont F., Dupont J., Eberhard P., Ebhodaghe I. , Eliard P., Everaerts P., Evrard S., Farkas P., Fichefet C., Flament E., Forssman G., Francotte C., Frère P., Garit P., Gielen F., Godefroid E., Goossens P., Goris R., Grauwels D., Gregoire D., Gremez C., Grevesse P., Guilmot P., Haas B., Hansoul M., Horbach G., Hosselet J-Y., Hustinx M., Jambe J-P., Lebailly P., Lebrun J., Lefrancq E., Lelièvre J., Lenaers R., Lichtken S., Liekens V. , Liétart P., Loiseau J., Mallinus T., Malosto L., Maricou P., Merchie P., Mermans A., Mertens D., Meyers T., Michiels W., Mijnendonckx K., Moerman F., Motmans D., Niclaes I. , Orselli P., Osaer G., Pannemans G., Pasquier R., Petit D., Piccard E., Pirard M., Ploemmen P., Plumier P., Preat F., Preat T., Provinciael D., Quanten J., Quisthoudt D., Ramaekers T., Reyntjens J., Robert M., Rosschaert R., Rouffart P., Rubens P., Ruymen M., Santermans J., Sartorelli R., Scaillet T., Sciortino A., Segers B., Sinaeve F., Soreil P., Swinnen M., Theunissen J., Thienpont P., Thys U., Tyteca R., Vanbaelen E., Van De Maele I. , Van De Ven G., Van Eerstvelde G., Vanfraeyenhoven L., Van Steen L., Van Wesemael D., Verbeke S., Verdeyen P., Verhaert C., Verrillo V. , Vetters N., Vivier R., Vlasselaerts A., Voets J., Vos P., Vouloir M., Wathion F., Wauters P., Westhovens M., Willekens D., Willem B., Wouters W.
Adjudanten Aerts C., Annaert F., Antoine B., Auchain J., Baerts P., Baeten J., Baute A., Bayi B., Beckers G., Bernard Y., Berny K., Bertram T., Bertsché M., Bihiet P., Braem R., Brans P., Brihaye J-P., Bruggeman A., Camerlynck W., Carofiglio M., Claes E., Claes E., Claes K., Collette S., Coppin V. , Crasson C., Cuypers D., Dalebroux V. , Dalier A., Damsin N., Danse V. , De Bakker M., De Cock P., De Coster E., Degrève M., Delen M., Delgeye F., Delmée R., Den Doncker N., De Schutter S., De Smet E., Devos D., De Vos J., Devroo J., Dewaele F., Dormans D., Driesen P., Dropsy E., Dubois F., Dullens J., Dupont F., Dupont J., Eberhard P., Ebhodaghe I. , Eliard P., Everaerts P., Evrard S., Farkas P., Fichefet C., Flament E., Forssman G., Francotte C., Frère P., Garit P., Gielen F., Godefroid E., Goossens P., Goris R., Grauwels D., Gregoire D., Gremez C., Grevesse P., Guilmot P., Haas B., Hansoul M., Horbach G., Hosselet J-Y., Hustinx M., Jambe J-P., Lebailly P., Lebrun J., Lefrancq E., Lelièvre J., Lenaers R., Lichtken S., Liekens V. , Liétart P., Loiseau J., Mallinus T., Malosto L., Maricou P., Merchie P., Mermans A., Mertens D., Meyers T., Michiels W., Mijnendonckx K., Moerman F., Motmans D., Niclaes I. , Orselli P., Osaer G., Pannemans G., Pasquier R., Petit D., Piccard E., Pirard M., Ploemmen P., Plumier P., Preat F., Preat T., Provinciael D., Quanten J., Quisthoudt D., Ramaekers T., Reyntjens J., Robert M., Rosschaert R., Rouffart P., Rubens P., Ruymen M., Santermans J., Sartorelli R., Scaillet T., Sciortino A., Segers B., Sinaeve F., Soreil P., Swinnen M., Theunissen J., Thienpont P., Thys U., Tyteca R., Vanbaelen E., Van De Maele I. , Van De Ven G., Van Eerstvelde G., Vanfraeyenhoven L., Van Steen L., Van Wesemael D.,

6. M. Jérôme Haas, France, membre par interim, directeur adjoint, ministère de l'économie, des finances et de l'industrie
6. De heer Jérôme Haas, Frankrijk, ad interim-lid, adjunct-directeur, ministerie van Economische Zaken, Financiën en Industrie