B. DISPOSITIFS INDICATEURS 1. Indicateur de la distance parcourue (compteur totalisateur) a) La valeur du plus petit échelon du dispositif indicateur de la distance parcourue doit être de 0,1 km. Les chi
ffres exprimant les hectomètres doivent pouvoir être distingués nettement de ceux exprimant les nombres entiers de kilomètres. b) Les chiffres du compteur totalisateur doivent être clairement lisibles et avoir une hauteur apparente de 4 mm au moins. c) Le compteur totalisateur doit pouvoir indiquer jusqu'à 99 999,9 km au moins. 2. Indicateur de la vitesse (tachymètre) a) A l'intérieur de l'étendue de mesure, l'échelle de la vitesse doit ê
...[+++]tre graduée uniformément par 1, 2, 5 ou 10 km/h.
B. AFLEESINRICHTINGEN 1. Afleesinrichting voor de afgelegde afstand (totaalteller) a) De afleeseenheid voor de afgelegde afstand moet 0,1 km zijn. De cijfers die hectometers aangeven moeten nauwkeurig kunnen worden onderscheiden van de cijfers die het aantal hele kilometers aangeven. b) De cijfers van de totaalteller moeten duidelijk leesbaar zijn en een hoogte van ten minste 4 mm hebben. c) De totaalteller moet kunnen aanwijzen tot ten minste 99.999,9 km. 2. Afleesinrichting voor de snelheid (tachometer) a) Binnen het meetbereik moet de snelheidsschaal gelijkelijk zijn ingedeeld in 1, 2, 5 of 10 km/u.