En application des dispositions en vigueur avant l'introduction des modifications apportées au régime des revenus définitivement taxés (RDT), par l'arrêté royal du 20 décembre 1996 pris en application des lois-cadres, bien que soumis à un régime fiscal exorbitant du droit commun, les dividendes provenant de ces IFSC pouvaient, pour autant que les autres conditions soient remplies, bénéficier en Belgique, du régime des RDT en vertu de la règle de non-discrimination prévue par l'article 23, § 1er, 3°, de la Convention belgo-irlandaise préventive de la double imposition.
Met toepassing van de bepalingen die van kracht waren vóór de invoering van de wijzigingen die aan het stelsel van de definitief belaste inkomsten (DBI's) werden aangebracht door het koninklijk besluit van 20 december 1996 genomen in uitvoering van de kaderwetten, konden, alhoewel onderworpen aan een belastingregeling die afwijkt van het gemeen recht, de dividenden van die IFSC's, voor zover de andere voorwaarden vervuld waren, in België van het stelsel van de DBI's genieten en dit krachtens de non-discriminatie-regel bepaald in artikel 23, § 1, 3°, van de Belgisch-Ierse overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting.