L'article 36.8 du Statut dispose que dans le choix des juges, les États parties tiennent compte de la nécessité d'assurer, dans la composition de la Cour, outre la représentation des principaux systèmes juridiques du monde et une représentation géographique équitable, « une représentation équitable des hommes et des femmes ».
Artikel 36. 8 van het Statuut bepaalt dat de Staten in de keuze van de rechters voor de samenstelling van het Hof, naast een geografisch evenwicht en een evenwicht tussen de verschillende juridische systemen in de wereld, ook rekening moeten houden met een « billijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen ».