3. Si un juge, le Procureur, un procureur adjoint ou le Greffier, afin de se tenir à la disposition de la Cour, réside dans un État Partie autre que celui dont il est ressortissant au résident permanent, il jouit pendant son séjour, ainsi que les membres de sa famille qui font partie de son ménage, des privilèges, immunités et facilités diplomatiques.
3. Indien een rechter, de Aanklager, een Substituut-Aanklager of de Griffier, met het doet zichzelf voor het Hof beschikbaar te houden, verblijft in een andere Staat die Partij is dan van welke hij of zij een onderdaan of permanent ingezetene is, worden hem of haar, alsmede de gezinsleden die deel uitmaken van zijn of haar huishouding, gedurende het verblijf diplomatieke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten toegekend.