25. Aux premiers stades de la procédure, les suspects et les personnes poursuivies sont particulièrement vulnérables et l’accès à un avocat est de la plus haute importance pour préserver les droits constitutifs du procès équitable, dont le droit de ne pas s’incriminer soi-même[9]. L’article 6 de la CEDH requiert d'une manière générale que le suspect jouisse de la possibilité de se faire assister par un avocat, au besoin commis d'office, dès le moment de son placement en garde à vue ou en détention provisoire[10].
25. In de eerste fasen van de procedure zijn verdachten en beklaagden bijzonder kwetsbaar en is toegang tot een advocaat van het grootste belang om het recht op een eerlijk proces te vrijwaren, waarvan onder meer het recht om niet aan de eigen veroordeling mee te werken, deel uitmaakt[9]. Artikel 6 EVRM vereist dat een verdachte in principe toegang tot rechtsbijstand moet worden geboden vanaf het moment waarop hij in verzekering wordt gesteld of in voorlopige hechtenis wordt genomen en dat deze bijstand zo nodig officieel wordt toegekend[10].