les substances et mélanges de protection du bois peuvent seulement être mis en œuvre dans les installations industrielles utilisant le vide ou la pression pour l’imprégnation du bois, s’il s’agit de solutions de composés inorganiques du type CCA (cuivre-chrome-arsenic) de type C et s’ils sont autorisés conformément à l’article 5, paragraphe 1, de la directive 98/8/CE.
stoffen en mengsels voor de verduurzaming van hout mogen alleen worden gebruikt in industriële installaties die van vacuüm- of druktechnologie gebruikmaken om hout te impregneren, als het oplossingen van anorganische verbindingen van koper, chroom en arseen (CCA) van type C zijn en als zij toegelaten zijn overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Richtlijn 98/8/EG.