2. Sont considérés comme impôts sur le revenu et sur la fortune, quel que soit le système de perception, les impôts perçus sur le revenu total, sur la fortune totale ou sur des éléments du revenu ou de la fortune, y compris les impôts sur les gains provenant de l'aliénation de biens mobiliers ou immobiliers, les impôts sur le montant des salaires payés par les entreprises, ainsi que les impôts sur les plus-values.
2 . Als belastingen naar het inkomen en het vermogen worden , ongeacht de heffingsvorm , beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen , naar het gehele vermogen of naar bestanddelen van het inkomen of van het vermogen , daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende zaken , belastingen geheven naar loonsommen , alsmede belastingen naar waardevermeerdering .