Les nourrissons présentaient dès lors de nombreux handicaps tels que l'absence d'une ou des deux mains (voire des quatre membres), l'absence de doigts, de phalanges, l'inclinaison latérale de l'extrémité d'un ou de plusieurs doigts ou orteils, les membres atrophiés, etc (1) .
De zuigelingen hadden dan ook talrijke handicaps, zoals het ontbreken van een of beide handen (zelfs van de vier ledematen), het ontbreken van vingers, vingerkootjes, het lateraal uitsteken van het uiteinde van een of meer vingers of tenen, misvormde ledematen, enzovoort (1) .