2° elles ne sont pas tenues au paiement d'une dette d'impôt avec leurs mandants au sens de l'article 55, § 4, alinéa 2, du Code, résultant d'infractions en matière de taxe sur la valeur ajoutée qui constitue une créance certaine, liquide et exigible, en tout ou en partie, au profit de l'administration.
2° zij zijn met hun lastgevers, in de zin van artikel 55, § 4, tweede lid, van het Wetboek, niet gehouden tot betaling van een belastingschuld voortvloeiend uit overtredingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde die een schuldvordering vormt in het voordeel van de administratie die geheel of gedeeltelijk zeker, opeisbaar en vaststaand is.