3.2.1.3. et à condition que l'agent de gardiennage, lorsqu'il s'adresse au client, porte de manière clairement visible et lisible la carte d'identification, délivrée par le S.P.F. Intérieur ou un insigne distinctif de l'entreprise de gardiennage ou du service interne de gardiennage auquel il appartient; cet insigne d'identification mentionne le nom de l'agent de gardiennage, le nom de l'entreprise ou du service interne de gardiennage et l'adresse du siège d'exploitation (28).
3.2.1.3. én op voorwaarde dat de bewakingsagent bij het aanspreken van de klant duidelijk zichtbaar én leesbaar drager is van de identificatiekaart, afgeleverd door de FOD Binnenlandse Zaken of van een herkenningsteken van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst waartoe hij behoort; op dit herkenningsteken komt zijn naam voor, deze van de onderneming of interne bewakingsdienst, het nummer van zijn identificatiekaart en het adres van de exploitatiezetel (28).