2.2. Dans le cas d'un indicateur de direction qui n'atteint pas, de l'un des côtés, l'intensité lumineuse minimale prescrite jusqu'à un angle de H = 80 ° conformément au point 4.7.1, une flèche horizontale, pointée dans le sens où l'intensité lumineuse minimale, conformément au point 4.7.1, est atteinte jusqu'à un angle d'au moins H = 80 °, doit être apposée au-dessous du rectangle de la marque d'homologation.
2.2. In het geval van een richtingaanwijzer die niet, in overeenstemming met punt 4.7.1, aan één zijde de minimaal vereiste lichtsterkte bereikt tot een hoek van H = 80°, een horizontale pijl, waarvan de punt wijst in de richting waar de minimale lichtsterkte in overeenstemming met punt 4.7.1 wordt bereikt met een hoek van minstens H = 80°. Deze pijl moet zijn aangebracht onder de rechthoek voor het goedkeuringsmerk.