La police d'assurance souscrite par la mère, dans laquelle son fils se voit reconnaître la qualité de personne assurée, exclut en effet « les dommages découlant de la responsabilité civile de l'assuré ayant atteint l'âge du discernement, auteur de dommages causés soit intentionnellement, soit sous l'effet de stupéfiants, en état d'ivresse ou d'intoxication alcoolique, soit résultant de la participation à une lutte ou rixe ».
De verzekeringspolis die de moeder heeft afgesloten, waarin aan haar zoon de hoedanigheid van de verzekerde persoon is verleend, sluit immers schade uit « die voortvloeit uit de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerde die de leeftijd des onderscheids heeft bereikt en hetzij moedwillig, hetzij onder invloed van verdovende middelen, in staat van dronkenschap of alcoholvergiftiging, hetzij door deelname aan een vecht- of knokpartij schade heeft veroorzaakt ».