Lorsque le greffier en chef d'une cour, d'un tribunal, d'une justice de paix ou d'un tribunal de police est dans l'impossibilité de faire cette désignation, il est pourvu à son remplacement, selon le cas, par le premier président de la cour, le président du tribunal, le juge de paix ou le juge le plus ancien au tribunal de police.
Wanneer de hoofdgriffier van een hof, van een rechtbank, van een vredegerecht of van een politierechtbank zich in de onmogelijkheid bevindt om die aanwijzing te doen, wordt in zijn vervanging voorzien, naar gelang van het geval, door de eerste voorzitter van het hof, de voorzitter van de rechtbank, de vrederechter of de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank.