Art. 6. En vertu de l'article 3, § 1 , 6°, du décret-cadre portant rationalisation de la fonction consultative pour les matières réglées en vertu de l'article 138 de la Constitution, la durée des mandats de Mme Bouillez, de Mme Joachim, de Mme Colas, de Mme Paques et de M. Olbregts ne peuvent dépasser la durée du mandat restant à courir de Mme Cassart, de M. Auspert, de Mme Frippiat, de Mme Jezierski et de M. Dille.
Art. 6. Krachtens artikel 3, § 1, 6°, van het kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet moet de duur van de mandaten van Mevr. Bouillez, Mevr. Joachim, Mevr. Colas, Mevr. Paques en de heer Olbregts overeensteMevr.n met die van de nog te lopen mandaten van Mevr. Cassart, de heer Auspert, Mevr. Frippiat, Mevr. Jezierski en de heer Dille.