Traduction de «Lundi de Pentecôte » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Lundi de Pentecôte
maandag na Pinksteren | Pinkstermaandag | Tweede Pinksterdag

maladie du lundi | syndrome du lundi
maandagmorgenziekte

lundi
maandag

vacances de Pentecôte
pinkstervakantie

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Les jours fériés qui entrent en ligne de compte sont les suivants : 1 janvier, lundi de Pâques, 1 mai, Ascension, lundi de Pentecôte, 21 juillet, 15 août, 1 novembre, 11 novembre et 25 décembre.
De feestdagen die in aanmerking worden genomen, zijn : 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november, 25 december.

Nouvel An (1 janvier) - Lundi de Pâques - Fête du Travail (1 mai) - Ascension - Lundi de Pentecôte - Fête Nationale (21 juillet) - Assomption (15 août) - Toussaint (1 novembre) - Armistice (11 novembre) - Noël (25 décembre).
Nieuwjaar (1 januari) - Paasmaandag - Feest van de Arbeid (1 mei) - O.L.H. Hemelvaart - Pinkstermaandag - Nationale Feestdag (21 juli) - O.L.V. Hemelvaart (15 augustus) - Allerheiligen (1 november) - Wapenstilstand (11 november) - Kerstmis (25 december).

1 janvier, lundi de Pâques, 1 mai, Ascension, lundi de Pentecôte, 21 juillet, Assomption, Toussaint, 11 novembre et Noël.
1 januari, 2de Paasdag, 1 mei, O.H. Hemelvaart, 2de Pinksterdag, 21 juli, O.L.V. Hemelvaart, Allerheiligen, 11 november, Kerstdag.

IX. - Jours fériés Art. 26. Dans la semaine normale de travail sont compris : a) les jours fériés prévus à l'article 1 de l'arrêté royal du 18 avril 1974, à savoir : 1) le 1 janvier; 2) le lundi de Pâques; 3) le 1 mai; 4) l'Ascension; 5) le lundi de Pentecôte; 6) le 21 juillet; 7) l'Assomption; 8) la Toussaint; 9) le 11 novembre; 10) le 25 décembre (Noël); b) deux jours à fixer de commun accord entre l'employeur et les travailleurs (soit kermesse, soit fête locale ou communautaire, soit tout autre jour).
IX. - Feestdagen Art. 26. In de normale arbeidsweek zijn begrepen : a) de feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974, namelijk : 1) 1 januari; 2) Paasmaandag; 3) 1 mei; 4) Hemelvaartsdag; 5) Pinkstermaandag; 6) 21 juli; 7) Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart; 8) Allerheiligen; 9) 11 november; 10) 25 december (Kerstmis); b) twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders en arbeidsters vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest of om het even welke andere dag).

VIII. - Jours fériés Art. 21. Dans la semaine normale de travail sont compris : a) les jours fériés prévus à l'article 1 de l'arrêté royal du 18 avril 1974 déterminant les modalités générales d'exécution de la loi du 4 janvier 1974 relative aux jours fériés à savoir : 1. le 1 janvier; 2. le lundi de Pâques; 3. le 1 mai; 4. l'Ascension; 5. le lundi de Pentecôte; 6. le 21 juillet; 7. l'Assomption; 8. la Toussaint; 9. le 11 novembre; 10. le 25 décembre (Noël); b) un jour à fixer de commun accord entre employeur et employé(e)s (soit kermesse, soit fête locale ou régionale, soit tout autre jour); c) un jour dont la fixation est laissée au choix de l'employeur.
VIII. - Feestdagen Art. 21. In de normale arbeidsweek zijn begrepen : a) de feestdagen voorzien in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, inzonderheid : 1. 1 januari; 2. Paasmaandag; 3. 1 mei; 4. Hemelvaartsdag; 5. Pinkstermaandag; 6. 21 juli; 7. O.L.V. Hemelvaart; 8. Allerheiligen; 9. 11 november; 10. 25 december (Kerstmis); b) een dag in gemeen overleg tussen werkgevers en bedienden vast te stellen (kermis, plaatselijk of gewestelijk feest of om het even welke andere dag); c) een dag waarvan de vaststelling aan de keuze van de werkgever wordt overgelaten.

CHAPITRE V. - Jours fériés Art. 8. Dans la semaine normale de travail sont compris : Les jours fériés prévus à l'article 1 de l'arrêté royal du 18 avril 1974 déterminant les modalités générales d'exécution de la loi du 4 janvier 1974 relative aux jours fériés à savoir : 1) le 1 janvier; 2) le lundi de Pâques; 3) le 1 mai; 4) l'Ascension; 5) le lundi de Pentecôte; 6) le 21 juillet; 7) l'Assomption; 8) la Toussaint; 9) le 11 novembre; 10) le 25 décembre (Noël).
HOOFDSTUK V. - Feestdagen Art. 8. In de normale arbeidsweek zijn begrepen : De feestdagen voorzien in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepalingen van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, inzonderheid : 1) 1 januari; 2) Paasmaandag; 3) 1 mei; 4) Hemelvaartsdag; 5) Pinkstermaandag; 6) 21 juli; 7) O.L.V. Hemelvaart; 8) Allerheiligen; 9) 11 november; 10) 25 december (Kerstmis).

7° Congés divers : a) Congé : mercredi 4 mai 2016 ; b) Congé de l'Ascension : jeudi 5 mai 2016 ; c) Congé : vendredi 6 mai 2016 ; d) Lundi de Pentecôte : lundi 16 mai 2016 " .
7. Verschillende verlofdagen : a) Verlof : woensdag 4 mei 2016; b) Hemelvaart: donderdag 5 mei 2016; c) Verlof : vrijdag 6 mei 2016; d) Pinkstermaandag: maandag 16 mei 2016.

- dimanche 9 et lundi 10 juin 2019 -Pentecôte;
- zondag 9 en maandag 10 juni 2019 - Pinksteren;

- dimanche 20 et lundi 21 mai 2018 -Pentecôte;
- zondag 20 en maandag 21 mei 2018 - Pinksteren;

Sont entendus comme jours féries au sens du présent décret : le 1 janvier, jeudi de carnaval, communément appelé « jeudi des femmes », lundi de carnaval, communément appelé « lundi des roses »; le lundi de Pâques, le 1 mai, l'Ascension, le lundi de Pentecôte, le 21 juillet, le 15 août, le 1, le 2, le 11 et le 15 novembre, le 25 et le 26 décembre.
Feestdagen zoals bedoeld in dit decreet zijn : 1 januari, de donderdag voor carnaval, carnavalsmaandag, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 en 2 en 11 en 15 november, 25 en 26 december.