Parmi ces effets fi
gurent l'obligation pour le proprié
taire du bien de le maintenir en bon état (article 231, lu en combinaison avec l'article 214, du CoBAT), l'interdiction de principe de démolir t
out ou partie de ce bien (article 232, alinéas 1, 1°, et 2, du CoBAT), l'interdiction de l'utiliser ou d'en modifier l'usage de manière telle qu'il perde son intérêt selon les critères définis à l'article 206, 1°, du CoBAT (article 232, alinéa 1, 2°, du CoBA
...[+++]T), l'interdiction de déplacer tout ou partie de ce bien, sauf si sa sauvegarde matérielle l'exige (article 232, alinéa 1, 4°, du CoBAT), l'inapplicabilité éventuelle de certaines servitudes relatives à la police de la voirie et à la police des constructions (article 233 du CoBAT), l'interdiction pour le bourgmestre d'ordonner la démolition partielle ou totale du bien sans demander l'approbation du Gouvernement (article 234 du CoBAT) et la nécessité de demander l'avis préalable de la Commission royale des monuments et des sites avant la délivrance de toute autorisation exigée par les ordonnances de valeur législative adoptées dans les matières régionales (article 231, lu en combinaison avec l'article 218, du CoBAT).Tot die gevolgen behoren de verplichting voor de eigenaar van het goed om het in goede staat te houden (artikel 231, in samenhang gelezen met artikel 214, van het BWRO), het principieel verbod om dat goed gedeeltelijk of volledig af te breken (artikel 232, eerste lid, 1°, en tweede lid, van het BWRO), het verbod om een dergelijk goed te gebruiken of het gebruik ervan zodanig te wijzigen dat het zijn waarde verliest volgens de maatstaven bepaald in artikel 206, 1°, van het BWRO (artikel 232, eerste lid, 2°, van het BWRO), het verbod om dat goed gedeeltelijk of volledig te verplaatsen, tenzij de materiële vrijwaring van het goed dat vereist (artikel 232, eerste lid, 4°, van het BWRO), de eventuele niet-toepasbaarheid van sommige erfdienstbaar
...[+++]heden inzake de wegen- en bouwpolitie (artikel 233 van het BWRO), het verbod voor de burgemeester om te bevelen het goed gedeeltelijk of volledig af te breken zonder de goedkeuring van de Regering te vragen (artikel 234 van het BWRO), en de noodzaak om het voorafgaande advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen in te winnen vooraleer de vergunningen worden afgegeven die krachtens bepalingen van wetgevende aard, vastgesteld in gewestaangelegenheden, vereist zijn (artikel 231, in samenhang gelezen met artikel 218, van het BWRO).