Les États membres prévoient que les autorités judiciaires compétentes peuvent ordonner que les marchandises, dont il a été constaté qu’elles portent atteinte à un droit de propriété intellectuelle, ainsi que les matériaux et instruments ayant principalement servi à la création ou à la fabrication des marchandises en cause, soient, sans dédommagement d’aucune sorte, écartées des circuits commerciaux.
De lidstaten bepalen dat de rechterlijke instanties kunnen gelasten dat de goederen waarvan is vastgesteld dat zij een inbreuk op een intellectuele‑eigendomsrecht vormen, alsmede de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van de desbetreffende goederen zijn gebruikt, zonder schadevergoeding van welke aard ook, aan het verkeer worden onttrokken.