(29) considérant que, en vue de la prévention des fraudes, les viandes obtenues à partir d'animaux de l'espèce bovine abattus au Royaume-Uni devraient porter, en plus de la marque de salubrité prévue par l'article 3, paragraphe 1, point A, e), de la directive 64/433/CEE du Conseil du 26 juin 1964 relative à des problèmes sanitaires en matière d'échanges intracommunautaires de viandes fraîches (11), une autre marque ne pouvant être confondue avec la marque de salubrité de la Communauté;
(29) Overwegende dat, om fraude te voorkomen, vlees dat van in het Verenigd Koninkrijk geslachte runderen is verkregen niet alleen moet worden gemerkt met het in artikel 3, lid 1, punt A, onder e), van Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van vers vlees (11), voorgeschreven keurmerk, maar ook met een speciaal merkteken dat niet met het communautaire keurmerk kan worden verward;